Poep
Nou zeg, zegt de man, moet je nou toch horen wat ik tegenkwam net. Ik liep effe om de plas om de hondjes uit te laten, en die kleinste heeft eindelijk z’n behoefte gedaan, komt daar een of ander wijf aanlopen en zegt ‘had u dat niet even op kunnen ruimen’. Nou ja zeg, waar bemoeit ze zich mee. Je kent dat wel, zo’n keurige dame die zo netjes praat, achterlijk wijf. Nou, ik heb ‘r ’s goed de waarheid gezegd. Oh, zegt de vrouw, net goed, en wat heb je gezegd? Nou, wat denk je, zegt de man, al die paden in het park liggen toch vol stront, dàt heb ik ‘r natuurlijk gezegd, stom wijf, kijk ’s uit je doppen, zeg ik, moet je ’s kijken wat daar verderop ligt, daar ligt ’t toch vol, en dan moet ik dit kleine beetje zeker oprapen, ik kijk wel uit. Oh, en wat zei ze toen, zegt de vrouw. Nou, niks, geloof ik, ze liep gewoon door, ze zal wel beledigd geweest zijn of zo. Ik riep ‘r nog wat achterna, maar dat hoorde ze geloof ik niet. Oh, nou, was dat alles?, zegt de vrouw. Nou, dat dacht ik eerst we