Posts

Posts uit december, 2007 tonen

De Zee

Afbeelding
Op een zondagavond kom ik in Barcelona aan en de volgende ochtend loop ik meteen de stad in, vol verwachting, want ik ben er weer en dit keer langer dan ooit. En zo kom ik op het plein voor de kathedraal terecht, waar, o wat gezellig, de befaamde kerstmarkt Fira de Santa Llúcia (de beschermheilige van modeontwerpers en blinden, met een eigen kapel in de kathedraal) staat te glitteren en glanzen. Ik loop wat heen en weer, bekijk de kerstspulletjes, zie de ongeïnteresseerde en chagrijnige gezichten van de verkopers en langzaamaan bekruipt me een gevoel van “wat doe ik hier, waarom loop ik alweer door deze stad, dat heb ik een half jaar geleden al gedaan, was dat niet genoeg?” De rest van de wandeling, door straten vol winkelende mensen met grote pakketten onder hun arm, maakt me ook niet blij, en een groot gevoel van vervreemding dreigt toe te slaan. De volgende dag pak ik het anders aan en loop naar zee. Een oase van rust. Iedereen vermaakt zich in winkels en op kerstmarkten, en een ha

Verzoek-caganers

Afbeelding
Op speciaal verzoek nog twee foto's van kakkende Bobo's: Zapatero, Sarkozy en Rajoy, de Spaanse oppositie-leider. Rajoy ziet eruit alsof 't hem niet lukt, maar ik verzeker jullie, hij heeft net zo'n mooie bolus geproduceerd als Zapatero (die hem dat niet in dank af zal nemen).

Kerstscatologie

Afbeelding
Wat is nou vreemder: een stokoude bisschop met een onhandig lange witte baard die zich door een schoor-steen moet wringen om kadootjes achter te laten, en dan weer terug naar boven, met ook nog een grote winterwortel in z’n hand? Of een tot leven gekomen boomstronk die, als ie maar genoeg te eten krijgt, kadootjes uitkakt?! Ja, dat laatste natuurlijk, al was het maar omdat we die bisschop al zo lang kennen. El Tió de Nadal heet hij (kerststronk). Hij wordt in huis gehaald, krijgt een gezicht, een petje op en een deken over zich heen, want anders heeft ie het koud, ook al is het dertig graden in huis, en voor z’n neus komt een schoteltje met koekjes, fruit en brood. Want als hij niet te eten krijgt, kan ie ook niet kakken, en dan komen er geen kadootjes. Een paar dagen lang wordt de tió lekker verwend, maar met kerstmis krijgt hij slaag. De kinderen slaan ‘m met stokken en zingen: Caga tió, caga turró (kak, tió, kak noga,) D’ametlles i pinyó, (amandele

111 Treden

Afbeelding
Bij F en P moet je 98 treden beklimmen, bij mij 111, maar dat verschil van 13 kan niet verklaren dat ik er bij mij drie keer zo lang over doe om boven te komen. Het zit ‘m in de hoogte en diepte van de treden. In dit oude huis in hartje Barcelona zijn de treden hoog en kort, zwoegen dus. Maar dan ben ik boven en stuit tegen een deurtje waarvan de bovenkant hoger is dan de balk ervoor. Bukken, en benen goed over een richeltje tillen. En dan zijn daar de laatste zeven treden. Weer een deurtje en ik sta op mijn terras. Een schots en scheef terras met een bouwseltje hier en daar, schoorstenen en een duizelingwekkende luchtkoker met ramen waar was uit hangt. Ik denk dat Gaudí hier z’n inspiratie vandaan heeft gehaald voor het dak van dat golvende huis La Pedrera. Alleen, híj heeft ontworpen, bij mij is het in elkaar geflanst. Om me heen een woud van satellietschotels en antennes, waarvan er bij de storm van een paar dagen geleden een aantal zijn geknakt. Niemand is komen klagen over verstoo

Onderweg

Afbeelding
In Luik had ik het meteen door, in Lyon niet. In beide gevallen was er sprake van tunnels door het hart van de stad. Zou dat het zijn geweest? Op het moment dat ik in Luik naar links ging, zag ik dat ik naar rechts had gemoeten. Na drie kwartier door grauwe straten en 25 keer de Maas oversteken, vertelde een lieve oude man me hoe ik wél moest rijden. Ik ken Luik heel goed nu, maar of ik dit kan herhalen, betwijfel ik. In Lyon had ik pas door dat het fout was toen ik opeens in een gewone overvolle straat meedeed met de rijen zich traag voortbewegende auto’s. Bij één van de vele stoplichtmomenten stoorde ik wreed het handenvrijende oudere stel in de auto naast me en riep vertwijfeld naar hen of ze mij de goeie richting konden aangeven. In de volgende tien kilometer ontwikkelde zich een hechte band tussen ons en stapten we zelfs uit de auto om het laatste traject te bespreken dat ik in m’n eentje zou moeten afleggen. Hoe kwam het dat ik op zo’n bekende route toch twee keer de mist in was