De Zee

Op een zondagavond kom ik in Barcelona aan en de volgende ochtend loop ik meteen de stad in, vol verwachting, want ik ben er weer en dit keer langer dan ooit. En zo kom ik op het plein voor de kathedraal terecht, waar, o wat gezellig, de befaamde kerstmarkt Fira de Santa Llúcia (de beschermheilige van modeontwerpers en blinden, met een eigen kapel in de kathedraal) staat te glitteren en glanzen. Ik loop wat heen en weer, bekijk de kerstspulletjes, zie de ongeïnteresseerde en chagrijnige gezichten van de verkopers en langzaamaan bekruipt me een gevoel van “wat doe ik hier, waarom loop ik alweer door deze stad, dat heb ik een half jaar geleden al gedaan, was dat niet genoeg?” De rest van de wandeling, door straten vol winkelende mensen met grote pakketten onder hun arm, maakt me ook niet blij, en een groot gevoel van vervreemding dreigt toe te slaan.
De volgende dag pak ik het anders aan en loop naar zee. Een oase van rust. Iedereen vermaakt zich in winkels en op kerstmarkten, en een handjevol anderen en ik hebben de zee opgezocht. Een boulevard zonder mensen, ongehoord. Een paar vrienden die op het strand domino zitten te spelen in het dunne winterzonnetje. Een man die zomaar wat met zijn voeten op het zand zit en naar het water staart. Hier en daar een meeuw, er valt voor hen niet veel te snaaien. En voor de rest leegte, lege banken, leeg strand, lege boulevard, heerlijk. Verkwikt loop ik terug naar huis.
Ik ben er weer en dit is waar ik wil zijn.





De zee hoeft niet persé leeg en stil te zijn om me te verkwik-ken. Een paar weken later is het ook heerlijk weer, een strakblauwe hemel, lekker zonnetje, m’n das moet al snel af, en ik besluit m’n zondagse krantje op een bank aan zee te gaan lezen. Ik heb behoefte aan mensen om me heen. Ik loop langs de lange rij hoge huizen van la Barceloneta met aan het einde de zee en ik verheug me op het bankje van straks.
Dan ben ik aan het eind, bij de zee, ik ga de hoek om en krijg met een enorme klap de storm vol in m’n gezicht. Storm? Waar komt die vandaan en waar was ie dan net? Wat een branding, die heb ik hier nog nooit gezien. Kite-surfers vliegen over de golven heen en planksurfers kunnen bijna niet overeind komen. Op het strand is een grote vlieger amper te houden. Het is koud, de das moet weer stevig om. Zand stuift tot wel dertig centimeter hoog over het strand, de mensen een eindje verderop zijn vage gestalten. De branding bedruppelt de lens van m’n camera. M’n krantje kan ik wel vergeten.
Na een uur ga ik terug en loop het andere seizoen weer in, de openhangende jassen tegemoet. De zee heeft z’n werk gedaan, ik kan er weer tegen.



Reacties

Unknown zei…
wow wat een golven! t lijkt de noordzee wel! jammer dat gemist te hebben....
Anoniem zei…
he nancy, ik lees je blog ook. wist je dat? je stukje over de zee smaakt zout en maakt rustig. veel plezier met oud en nieuw! heb je al een grote taart gekocht?

Populaire posts van deze blog

Poep

De Kus

Austin's vleermuizen