Kerstscatologie
Wat is nou vreemder: een stokoude bisschop met een onhandig lange witte baard die zich door een schoor-steen moet wringen om kadootjes achter te laten, en dan weer terug naar boven, met ook nog een grote winterwortel in z’n hand? Of een tot leven gekomen boomstronk die, als ie maar genoeg te eten krijgt, kadootjes uitkakt?!
Ja, dat laatste natuurlijk, al was het maar omdat we die bisschop al zo lang kennen.
El Tió de Nadal heet hij (kerststronk). Hij wordt in huis gehaald, krijgt een gezicht, een petje op en een deken over zich heen, want anders heeft ie het koud, ook al is het dertig graden in huis, en voor z’n neus komt een schoteltje met koekjes, fruit en brood. Want als hij niet te eten krijgt, kan ie ook niet kakken, en dan komen er geen kadootjes. Een paar dagen lang wordt de tió lekker verwend, maar met kerstmis krijgt hij slaag. De kinderen slaan ‘m met stokken en zingen:
Caga tió, caga turró (kak, tió, kak noga,)
D’ametlles i pinyó, (amandelen en pijnboompitten)
Si no vols cagar (en als je niet wilt kakken)
Garrotada va! (dan krijg je ervan langs!)
Gelukkig wil de tió wel kakken, en wel meer dan vroeger met van die brave dingen als pijnboompitten, want nu kakt ie zelfs playstation. Als de kinderen klaar zijn met slaan en zingen, tillen ze de deken op, en o wonder, daar liggen de kadootjes!
Dat een houtstronk kakt, is al vreemd genoeg, maar dat er in een kerststal, in het openbaar, ook gekakt wordt, gaat natuurlijk over al onze grenzen heen. Niet over die van de Catalanen, want de fabrikanten van caganers (kakkers) doen bizonder goede zaken. Op de kerstmarkten staan de kakkers met honderden. Allemaal gehurkt en met de billen bloot. En met een net gelegde drol. Ze gaan grif van de hand, want als je in je kerststal geen caganer hebt, overkomt je iets naars. Een caganer brengt geluk en vrolijkheid, en met z’n bemesting van het land draagt ie bij aan een goede oogst voor het jaar daarna.
Toen het gemeentebestuur van Barcelona twee jaar geleden dan ook de caganer uit de gemeentelijke kerststal bande (ze hadden net een wet aangenomen die poepen en urineren in het openbaar verbood), ontstond er een ware volksopstand. De gemeente moest buigen en het jaar daarop was ie weer terug.
Kon je vroeger alleen maar boeren-caganers kopen, nu is iedereen kakkend te koop: nonnen, koningin Sofía, premier Zapatero, Sarkozy, Bush, voetballers, en ga maar door, van hoog tot laag, waardoor er een betekenis bij is gekomen, die van gelijkheid van alle mensen.
Het allernieuwste is de Pixaner, de pisser, maar die heeft met traditie nog niets te maken.
De Catalanen zijn altijd al erg scatologisch ingesteld geweest, zeker ook in hun taal. Een mooi voorbeeld daarvan is de wens als je aan tafel gaat: ‘menja bé, caga fort i no tinguis por a la mort.’ Eet goed, kak veel en wees niet bang voor de dood.
En, een waarheid als een koe: ‘allà on cagues, deixes la merda.’ Waar je kakt, laat je je shit achter.
Kakze, mensen!
Reacties
Inderdaad, "De Caganer" de markt van de figuur van Sarkozy.
Http: / / www.caganer.com/