Metro-dreigingen II
Zo’n angst voor een aanslag op de metro, na de arrestatie van veertien vermoedelijke terroristen, ebt ook wel weer een beetje weg natuurlijk. Gelukkig blijven niet alle emoties altijd even heftig in ons lijf aanwezig en gelukkig wordt mijn geheugen er met de jaren ook niet beter op. Dus maak ik ook metro-reisjes waarbij ik aan andere dingen denk.
Zo ben ik een keer op weg naar F en P om daar gezellig te gaan eten. Er gaat geen rechtstreekse lijn van mij naar hen, dus ik moet een keer overstappen. Ik zit in de eerste trein, lekker rustig is het daar, ik heb m’n tas op m’n schoot en opeens komt de gedachte bij me op dat ik misschien niet meer zo alert ben op zakkenrollers. En daar zijn er heel veel van in Barcelona, vooral in het openbaar vervoer. Meestal ben ik me heel bewust van hun mogelijke aanwezigheid, maar op de een of andere manier komt toch die gedachte bij me op. Die ik overigens meteen weer kwijt ben.
En dan moet ik overstappen. Een paar trappen op en af, een lange gang door en dan ben ik op het andere perron. Daar komt m’n trein, de deuren gaan open, ik stap met een aantal anderen in, en kom niet verder dan de ingang. Ik vraag aan een man links van me of hij even door kan lopen. Hij reageert niet en ik zie dat hij met een wazige blik voor zich uit staart. Hij heeft een soort markant onnozele boerenkop zoals je die bij Pasolini of Fellini ziet, en het lijkt alsof hij niet helemaal spoort. Het heeft dus geen zin om aan te dringen.
Ondertussen is het wel zo vol dat de mensen tegen me aan staan.
En hoe het dan precies verder gaat in m’n hoofd, weet ik niet, maar opeens roep ik uit “godverdomme, je zit in m’n tas!!”
Precies zoals het hier staat, in het Nederlands. Ik heb er geen enkele controle over.
Ik roep het tegen een man rechts die tegen me aan staat.
En dan zie ik dat hij met een miniem gebaar de Pasolini-man links duidelijk maakt dat ze weg moeten wezen, en opeens zijn ze de metro uit gestapt.
Alles is in een paar seconden gebeurd, want de trein staat nog steeds stil.
De mannen zijn weg en ik ben zwaar verontwaardigd, hoe durven ze. Ik controleer meteen m’n tas, een rits is al opengemaakt. Alles zit er nog in.
Dan dringt het tot me door dat niemand op of om heeft gekeken, boe noch bah heeft gezegd.
Onbegrijpelijk. Schandalig. Ze moeten met z’n allen om me heen komen staan en bezorgd zijn.
Ik ben ontdaan, in de war, en tegelijkertijd schaam ik me en voel ik me stom.
Maar als ik de metro uit ben en naar het huis van F en P loop, komt het triomfgevoel al boven borrelen: ha, het is ze niet gelukt! En verwondering: wat gaan die lui slim en professioneel te werk.
Even later drinken we op de goede afloop. En ik bedenk dat als het bij dit soort metro-dreigingen blijft, ik er goed mee kan leven.
Reacties
Liefs,
Tessa