Fijne Momenten
Ik loop in de stad, het is heel druk en ik ben omringd door mensen. Vlak voor me loopt een man van een jaar of zestig. Ik zit als het ware met m’n neus bovenop z’n achterkant. En opeens laat hij een enorme scheet, zo-een die uitgerekt is, lang duurt, een rochelscheet.
Ik spring van schrik bijna de lucht in. Dat iemand dat in zo’n menigte doet. Dan houd ik m’n pas wat in, want ik heb geen zin in andermans geuren. Ik ben de enige die reageert, de anderen doen alsof ze niets hebben gehoord. Eigenlijk heeft dat wel wat.
Ik loop op straat, bij mij in de buurt. Een oud vrouwtje komt me tegemoet, heel klein en frêle, ze leunt zwaar op haar wandelstok. Bij het voorbijgaan zegt ze iets tegen me, alsof we al een hele tijd gezellig staan te babbelen: “Nosinvadenlosamarillos.”
“Pardon?” zeg ik, want ik kan me bijna niet voorstellen dat ik haar goed heb verstaan.
En ze herhaalt: “De gelen nemen bezit van ons.”
De gelen? ach nee toch.
“Dat valt toch wel mee”, probeer ik haar gerust te stellen.
“Nee, kijk maar om je heen, overal Chinese winkels en Chinese restaurants.”
“Ach, als ze maar lekker koken, is het toch niet zo erg!” Ik vind het altijd fijn als ik mensen een andere kant kan laten zien.
“Ja, maar ze eten honden en slangen!” roept het vrouwtje uit.
“Dat doen ze misschien in China, maar niet hier”, probeer ik nog.
“Nou, ik vertrouw ze niet, dag mevrouw, goeiemiddag.”
En ze schuifelt verder, op naar het volgende paar oren.
(dit is niet het vrouwtje van het gele gevaar, maar een ander leuk vrouwtje)
Ik spring van schrik bijna de lucht in. Dat iemand dat in zo’n menigte doet. Dan houd ik m’n pas wat in, want ik heb geen zin in andermans geuren. Ik ben de enige die reageert, de anderen doen alsof ze niets hebben gehoord. Eigenlijk heeft dat wel wat.
Ik loop op straat, bij mij in de buurt. Een oud vrouwtje komt me tegemoet, heel klein en frêle, ze leunt zwaar op haar wandelstok. Bij het voorbijgaan zegt ze iets tegen me, alsof we al een hele tijd gezellig staan te babbelen: “Nosinvadenlosamarillos.”
“Pardon?” zeg ik, want ik kan me bijna niet voorstellen dat ik haar goed heb verstaan.
En ze herhaalt: “De gelen nemen bezit van ons.”
De gelen? ach nee toch.
“Dat valt toch wel mee”, probeer ik haar gerust te stellen.
“Nee, kijk maar om je heen, overal Chinese winkels en Chinese restaurants.”
“Ach, als ze maar lekker koken, is het toch niet zo erg!” Ik vind het altijd fijn als ik mensen een andere kant kan laten zien.
“Ja, maar ze eten honden en slangen!” roept het vrouwtje uit.
“Dat doen ze misschien in China, maar niet hier”, probeer ik nog.
“Nou, ik vertrouw ze niet, dag mevrouw, goeiemiddag.”
En ze schuifelt verder, op naar het volgende paar oren.
(dit is niet het vrouwtje van het gele gevaar, maar een ander leuk vrouwtje)
Reacties
Het vrouwtje van de foto ziet er heel wat schattiger uit..