Metro-dreigingen I
Soms word ik onrustig als ik een sirene hoor, van ambulance, politie of brandweer. In Barcelona hoor je ze voortdurend, zo vaak dat je er al bijna niet meer op let. Maar als ik zo’n sirene hoor vlak voordat ik de metro in moet, word ik er onrustig van. Dan zou ik me liever niet wagen in dat ondergrondse gangenstelsel dat een fantastisch openbaar vervoer biedt, maar dat ook een efficiënt doelwit kan zijn voor een terroristische aanslag.
Denk maar ’s aan Japan, dertien jaar geleden, met dat sarin-gas in de metro. Twaalf doden en honderden gewonden. Als ik aan zo’n aanslag denk, krijg ik acuut een aanval van claustrofobie.
Nou ga ik regelmatig met de metro, en ik wen ook wel aan het idee van enige opgeslotenheid, maar toch ben ik altijd weer opgelucht als ik de trappen naar de uitgang beklim.
En die opluchting werd wel heel sterk toen de politie een maand geleden veertien mannen, voornamelijk Pakistanen, oppakte omdat ze van plan zouden zijn in Barcelona een grote aanslag te plegen.
Het gevoel van kwetsbaar zijn in de metro nam toe. Iedereen die ik sprak was in meer of mindere mate bang. De terroristische dreiging was nu wel heel dichtbij. Met drie aanslagen wilden de Pakistanen paniek zaaien in Barcelona: een in een groot winkelcentrum en twee op het openbaar vervoer, waarvan een op de metrolijn waarop ik een aantal keer per week zit. En waarom? Omdat de Spanjaarden in Afghanistan zitten.
Ik wilde meteen terug naar Nederland.
Deze islamieten wonen allemaal in El Raval, de wijk waar ik hen een jaar geleden zo leuk multicultureel om me heen heb gehad. De winkel waar ik af en toe overheerlijke Turkse zoetigheden haalde, bleek eigendom te zijn van een van de gedetineerden. Een moskee vlakbij herbergde een extremistische imam die kort ervoor was overgekomen uit Pakistan. Dat was dan ook verdacht en werd doorgeseind door Frankrijk, want daar kwam hij eerst aan. Dit is dus de Internationale Strijd Tegen Het Terrorisme. En ik ben er heel Dankbaar voor.
Deze aanslagen zijn verhinderd, onder meer doordat een van de veronderstelde zelfmoordenaars dit allemaal verklapt heeft aan de politie, (waarom eigenlijk, durfde hij niet meer, was hij te moe om al die maagden in de hemel aan te kunnen?), dus zou ik niet bang hoeven te zijn. Maar staan de volgende aanslagplanners niet al klaar?
Meer dan ervoor kijk ik in de metro wáár ik naar binnen ga, kijk ik naar de mensen om me heen, bekijk ik met argwaan mannen met een enge blik in hun ogen, speur ik naar mannen die eruit zien alsof ze explosieven onder hun jack hebben en ga ik eventueel een volgende wagon in. Onzin natuurlijk, want als het knalt, knalt het goed en ver.
Moet ik niet meer met de metro gaan? De bus kan ook doelwit van een aanslag zijn. Steeds taxi’s nemen? Heeft vermijden sowieso zin? Doe ik dan niet net als De Tuinman en De Dood? En hoe zit het met al die anderen die de metro nemen? Denken die er nog bij na? Of zijn ze al zo gewend aan dreiging van geweld, door de ETA bijvoorbeeld?
Wat ben ik een Nederlands watje.
(wordt vervolgd)
Denk maar ’s aan Japan, dertien jaar geleden, met dat sarin-gas in de metro. Twaalf doden en honderden gewonden. Als ik aan zo’n aanslag denk, krijg ik acuut een aanval van claustrofobie.
Nou ga ik regelmatig met de metro, en ik wen ook wel aan het idee van enige opgeslotenheid, maar toch ben ik altijd weer opgelucht als ik de trappen naar de uitgang beklim.
En die opluchting werd wel heel sterk toen de politie een maand geleden veertien mannen, voornamelijk Pakistanen, oppakte omdat ze van plan zouden zijn in Barcelona een grote aanslag te plegen.
Het gevoel van kwetsbaar zijn in de metro nam toe. Iedereen die ik sprak was in meer of mindere mate bang. De terroristische dreiging was nu wel heel dichtbij. Met drie aanslagen wilden de Pakistanen paniek zaaien in Barcelona: een in een groot winkelcentrum en twee op het openbaar vervoer, waarvan een op de metrolijn waarop ik een aantal keer per week zit. En waarom? Omdat de Spanjaarden in Afghanistan zitten.
Ik wilde meteen terug naar Nederland.
Deze islamieten wonen allemaal in El Raval, de wijk waar ik hen een jaar geleden zo leuk multicultureel om me heen heb gehad. De winkel waar ik af en toe overheerlijke Turkse zoetigheden haalde, bleek eigendom te zijn van een van de gedetineerden. Een moskee vlakbij herbergde een extremistische imam die kort ervoor was overgekomen uit Pakistan. Dat was dan ook verdacht en werd doorgeseind door Frankrijk, want daar kwam hij eerst aan. Dit is dus de Internationale Strijd Tegen Het Terrorisme. En ik ben er heel Dankbaar voor.
Deze aanslagen zijn verhinderd, onder meer doordat een van de veronderstelde zelfmoordenaars dit allemaal verklapt heeft aan de politie, (waarom eigenlijk, durfde hij niet meer, was hij te moe om al die maagden in de hemel aan te kunnen?), dus zou ik niet bang hoeven te zijn. Maar staan de volgende aanslagplanners niet al klaar?
Meer dan ervoor kijk ik in de metro wáár ik naar binnen ga, kijk ik naar de mensen om me heen, bekijk ik met argwaan mannen met een enge blik in hun ogen, speur ik naar mannen die eruit zien alsof ze explosieven onder hun jack hebben en ga ik eventueel een volgende wagon in. Onzin natuurlijk, want als het knalt, knalt het goed en ver.
Moet ik niet meer met de metro gaan? De bus kan ook doelwit van een aanslag zijn. Steeds taxi’s nemen? Heeft vermijden sowieso zin? Doe ik dan niet net als De Tuinman en De Dood? En hoe zit het met al die anderen die de metro nemen? Denken die er nog bij na? Of zijn ze al zo gewend aan dreiging van geweld, door de ETA bijvoorbeeld?
Wat ben ik een Nederlands watje.
(wordt vervolgd)
Reacties
F.