Twaalf druiven
“Je kunt ze beter even pellen”, zegt S, de zestienjarige dochter van m’n gastvrouw M. We zitten nog aan tafel nadat we uitgebreid lekkere dingen hebben gegeten en gedronken. En nu hebben we ieder een schoteltje voor ons met twaalf druiven erop. Want het is oudejaarsavond en in Spanje tellen ze de laatste twaalf seconden van het oude jaar op een heel eigen manier af. Bij elke klokslag eten ze een druif, want dat brengt geluk. Zou je dat niet doen, dan ligt er rampspoed in het verschiet.
“Pellen?” vraag ik, “waarom? Ik kan toch best een druif met schil en al opeten?” “Nou”, zegt S, “ze gaan best snel, hoor, die klokslagen, en anders zit je om twaalf uur met een mond vol druif en schil.”
Dus pel ik braaf m’n twaalf druiven en S pielt met een scherp mes ook nog de pitten uit de hare. M vindt het allemaal niet nodig en doet niet met ons mee.
De televisie gaat aan, net als in Nederland, want we moeten wel precies weten hoe laat het is. In de rest van Spanje staat TV1 aan, waarop een gigantische menigte te zien is op de Puerta del Sol in Madrid. Daar laat een klokkentoren de twaalf klokslagen horen. Maar hier in Catalunya staat TV3 aan met die heel aparte, veelkleurige Torre Agbar in Barcelona, die de laatste seconden aangeeft door z’n lichten aan en uit te doen.
De fles cava staat al op tafel en de champagneglazen komen erbij.
En dan is het zover, S en ik gaan staan want het is toch een bizonder moment. Voor het eerst in m’n leven eet ik in een noodtempo twaalf druiven op, en dan is het 2008. Het is gelukt. Wat een voorspoedig jaar zal het worden! M zit inderdaad nog wat te kauwen en te slikken maar we vallen elkaar toch met de beste wensen om de hals.
Een mooie traditie, die “twaalf druiven van het geluk”, zoals ze ook worden genoemd. Maar eigenlijk is het één van de gebruiken die ooit bedacht zijn vanuit commerciële motieven. In 1909 was de druivenoogst rond Alicante zo overdadig dat de druiventelers met enorme overschotten zaten. En zo bedachten ze dit nieuwe gebruik. Een traditie die inmiddels stevig geworteld is, ook in Zuid-Amerika.
Een andere handige man zag een paar jaar geleden ook een gat in de markt: het verkopen van blikjes met druiven erin. Kleine blikjes, ieder met twaalf druiven, gepeld en zonder pitjes. Een groot succes, hele rijen zie je ervan staan in de supermarkt. Simpel en geniaal, want als je de stad in gaat hoef je niet meer moeilijk te doen met plastic zakjes en tellen en wassen en pellen.
We hebben de druiven op en dat was het dan, hier in Vilanova i la Geltrú, een kuststadje ten zuiden van Barcelona. Volstrekte stilte binnen en buiten, geen botengeloei, geen vuurwerk, geen gelach van mensen op straat, niets. S vertrekt om met haar vrienden te gaan feesten en M en ik drinken de cava op, eten turrones en polvorones (kerstzoetigheden) en kletsen tot 4 uur over het leven.
Het is de rustigste jaarwisseling die ik ooit heb meegemaakt, maar Spaans. Er is weliswaar geen knallend vuurwerk, maar hier zit het geluk wel in een klein blikje.
“Pellen?” vraag ik, “waarom? Ik kan toch best een druif met schil en al opeten?” “Nou”, zegt S, “ze gaan best snel, hoor, die klokslagen, en anders zit je om twaalf uur met een mond vol druif en schil.”
Dus pel ik braaf m’n twaalf druiven en S pielt met een scherp mes ook nog de pitten uit de hare. M vindt het allemaal niet nodig en doet niet met ons mee.
De televisie gaat aan, net als in Nederland, want we moeten wel precies weten hoe laat het is. In de rest van Spanje staat TV1 aan, waarop een gigantische menigte te zien is op de Puerta del Sol in Madrid. Daar laat een klokkentoren de twaalf klokslagen horen. Maar hier in Catalunya staat TV3 aan met die heel aparte, veelkleurige Torre Agbar in Barcelona, die de laatste seconden aangeeft door z’n lichten aan en uit te doen.
De fles cava staat al op tafel en de champagneglazen komen erbij.
En dan is het zover, S en ik gaan staan want het is toch een bizonder moment. Voor het eerst in m’n leven eet ik in een noodtempo twaalf druiven op, en dan is het 2008. Het is gelukt. Wat een voorspoedig jaar zal het worden! M zit inderdaad nog wat te kauwen en te slikken maar we vallen elkaar toch met de beste wensen om de hals.
Een mooie traditie, die “twaalf druiven van het geluk”, zoals ze ook worden genoemd. Maar eigenlijk is het één van de gebruiken die ooit bedacht zijn vanuit commerciële motieven. In 1909 was de druivenoogst rond Alicante zo overdadig dat de druiventelers met enorme overschotten zaten. En zo bedachten ze dit nieuwe gebruik. Een traditie die inmiddels stevig geworteld is, ook in Zuid-Amerika.
Een andere handige man zag een paar jaar geleden ook een gat in de markt: het verkopen van blikjes met druiven erin. Kleine blikjes, ieder met twaalf druiven, gepeld en zonder pitjes. Een groot succes, hele rijen zie je ervan staan in de supermarkt. Simpel en geniaal, want als je de stad in gaat hoef je niet meer moeilijk te doen met plastic zakjes en tellen en wassen en pellen.
We hebben de druiven op en dat was het dan, hier in Vilanova i la Geltrú, een kuststadje ten zuiden van Barcelona. Volstrekte stilte binnen en buiten, geen botengeloei, geen vuurwerk, geen gelach van mensen op straat, niets. S vertrekt om met haar vrienden te gaan feesten en M en ik drinken de cava op, eten turrones en polvorones (kerstzoetigheden) en kletsen tot 4 uur over het leven.
Het is de rustigste jaarwisseling die ik ooit heb meegemaakt, maar Spaans. Er is weliswaar geen knallend vuurwerk, maar hier zit het geluk wel in een klein blikje.
Reacties