Naar San Antonio
Wat een mailtje al niet kan doen: ik heb bijna de hele nacht wakker gelegen, in Austin, door het mailtje van m’n gastvrouw in El Paso, over een paar dagen. Ze schrijft over de vele drugsmoorden, vlakbij, aan de andere kant van de rivier.
Vandaag wordt de reis kort: met de bus naar San Antonio (Texas), 2½ uur naar het zuiden.
Ja ja, het echte avontuur gaat beginnen. Tot nu toe ben ik steeds in het veilige gezelschap van Amerikaanse familieleden geweest, maar nu ga ik in m’n eentje reizen. Hoewel, ik heb her en der op m’n route vriendelijke gastgezinnen die op me wachten. Dus zo avontuurlijk is het nou ook weer niet. Maar ik vind het spannend.
Om half zeven zijn we opgestaan, nicht A en ik. Ik hoef pas twee uur later bij het Greyhound busstation te zijn, maar A is als de dood dat ze het niet kan vinden. Het lijkt me een beetje overdreven, maar een uur later snap ik het wel: ze heeft totaal geen richtingsgevoel, en dat voor de regelaar die ze is. Wel vijf keer rijden we heen en weer over de wirwar van snelwegen, viaducten, afslagen en parallelwegen, maar geen Greyhoundstation te bekennen. En we zijn er gister nog geweest. Nou krijg ik ook wel de zenuwen van zo’n onmenselijke wirwar van wegen, maar ik weet wel of we heen rijden of terug. A is het helemaal kwijt en na een tijdje word ook ik onrustig: gaat dit begin tekenend zijn voor de rest van m’n reis?
Maar uiteindelijk vinden we het busstation natuurlijk wel en ik ben precies op tijd.
Afscheid. Vertrek.
De bus wordt voornamelijk bevolkt door hispanics en zwarten. Een aantal van hen is al eerder opgestapt en slaapt, onderuit gezakt over twee zitplaatsen. Een passagier achter me slurpt zeer luid een beker koffie leeg. Dat moet wel een heel grote beker zijn, want er komt geen eind aan. En dan zie ik dat het geen koffieslurpen is, maar snurken.
Het uitzicht is niet erg boeiend: snelweg met aan weerszijden rommelige bedrijven. Een plat landschap met vrijwel overal bebouwing.
Het verkeer wordt druk en langzaam als we San Antonio naderen, waar ik maar een halve nacht ga slapen.
Vandaag wordt de reis kort: met de bus naar San Antonio (Texas), 2½ uur naar het zuiden.
Ja ja, het echte avontuur gaat beginnen. Tot nu toe ben ik steeds in het veilige gezelschap van Amerikaanse familieleden geweest, maar nu ga ik in m’n eentje reizen. Hoewel, ik heb her en der op m’n route vriendelijke gastgezinnen die op me wachten. Dus zo avontuurlijk is het nou ook weer niet. Maar ik vind het spannend.
Om half zeven zijn we opgestaan, nicht A en ik. Ik hoef pas twee uur later bij het Greyhound busstation te zijn, maar A is als de dood dat ze het niet kan vinden. Het lijkt me een beetje overdreven, maar een uur later snap ik het wel: ze heeft totaal geen richtingsgevoel, en dat voor de regelaar die ze is. Wel vijf keer rijden we heen en weer over de wirwar van snelwegen, viaducten, afslagen en parallelwegen, maar geen Greyhoundstation te bekennen. En we zijn er gister nog geweest. Nou krijg ik ook wel de zenuwen van zo’n onmenselijke wirwar van wegen, maar ik weet wel of we heen rijden of terug. A is het helemaal kwijt en na een tijdje word ook ik onrustig: gaat dit begin tekenend zijn voor de rest van m’n reis?
Maar uiteindelijk vinden we het busstation natuurlijk wel en ik ben precies op tijd.
Afscheid. Vertrek.
De bus wordt voornamelijk bevolkt door hispanics en zwarten. Een aantal van hen is al eerder opgestapt en slaapt, onderuit gezakt over twee zitplaatsen. Een passagier achter me slurpt zeer luid een beker koffie leeg. Dat moet wel een heel grote beker zijn, want er komt geen eind aan. En dan zie ik dat het geen koffieslurpen is, maar snurken.
Het uitzicht is niet erg boeiend: snelweg met aan weerszijden rommelige bedrijven. Een plat landschap met vrijwel overal bebouwing.
Het verkeer wordt druk en langzaam als we San Antonio naderen, waar ik maar een halve nacht ga slapen.
Reacties