Wonder
Het was echt idioot hoe het ging.
Ik ging naar het Greyhound busstation in Hollywood om de bus naar San Francisco te nemen. Slap als een vaatdoek van de voedselvergiftiging, gefrustreerd dat ik vrijwel niets in Los Angeles had kunnen zien behalve het ziekenhuis en droevig over het verlies van m’n koffer.
De vrouw van het station zegt tegen me dat ik op het station downtown had moeten inchecken, want daarvandaan zou ik volgens m’n kaartje vertrekken. En nu is m’n plaats al vergeven en is er geen zekerheid dat ik met de bus meekan.
Dit is teveel voor me na alle onheil, en ik begin te jammeren, dat ze me hadden verteld dat ik ook hier op kon stappen, dat ik net uit het ziekenhuis kom, dat Greyhound m’n koffer kwijt heeft laten raken …..
‘Dan moet u maar naar het downtown station’, zegt de vrouw ijzig.
‘Maar dat haal ik niet meer, want daar vertrekt ie nu’, jammer ik verder, en ik herhaal … en het ziekenhuis … en m’n koffer kwijt jullie schuld … en er wordt op me gewacht in San Francisco.
En dan gaat er boven haar hoofd opeens een lampje branden … ze kijkt naar m’n ticket, ze kijkt naar m’n naam, en duikt een donker hok in.
Ik probeer te zien wat ze daar doet, het zal toch niet waar zijn, dat is toch niet mogelijk …
‘Wat voor adres moet er op de labels staan?’ roept ze … en even later komt ze het hok uit met m’n geliefde koffer.
Ik kan het nog steeds niet geloven, ik had al afscheid genomen van m’n kadootjes, van m’n mooie jas, en ik ben te verward en blij om te vragen hoe lang het ding daar al staat en ‘wat zijn jullie voor een minkukels, hadden jullie niet even kunnen bellen, m’n nummer staat er op, en m’n dochter heeft tien keer het hele land afgebeld en werd steeds met een kluitje in het riet gestuurd, en nu staat ie hier, stelletje nitwits, ik ga nooit meer met de Greyhound’.
Nee, dat zeg ik allemaal niet, dat komt later bij me op, nu ga ik braaf in de rij staan, want misschien kan ik toch nog met de bus mee naar San Francisco.
En het kan. Ik straal en bedank de chauffeur, en bedank de vrouw en zeg dat ik zo blij ben.
Er kan bij haar geen lachje af.
Stom mens, ik houd niet van bevroren mensen.
En nu ben ik hier, in San Francisco. Veel heb ik nog niet kunnen zien, want ik ben nog weinig waard, bovendien kan ik bijna niet lopen vanwege een ‘hielspoor’ in m’n rechtervoet.
Dat is een ander verhaal, en een ‘challenge’ zouden ze hier zeggen, in plaats van ‘probleem’.
Maar voorlopig heb ik dit uitzicht en zit ik in hetzelfde gebouw als F&P, en heeft F’s soepje van gisteravond weer een beetje normaal mens van me gemaakt.
De zon schijnt.
Ik ging naar het Greyhound busstation in Hollywood om de bus naar San Francisco te nemen. Slap als een vaatdoek van de voedselvergiftiging, gefrustreerd dat ik vrijwel niets in Los Angeles had kunnen zien behalve het ziekenhuis en droevig over het verlies van m’n koffer.
De vrouw van het station zegt tegen me dat ik op het station downtown had moeten inchecken, want daarvandaan zou ik volgens m’n kaartje vertrekken. En nu is m’n plaats al vergeven en is er geen zekerheid dat ik met de bus meekan.
Dit is teveel voor me na alle onheil, en ik begin te jammeren, dat ze me hadden verteld dat ik ook hier op kon stappen, dat ik net uit het ziekenhuis kom, dat Greyhound m’n koffer kwijt heeft laten raken …..
‘Dan moet u maar naar het downtown station’, zegt de vrouw ijzig.
‘Maar dat haal ik niet meer, want daar vertrekt ie nu’, jammer ik verder, en ik herhaal … en het ziekenhuis … en m’n koffer kwijt jullie schuld … en er wordt op me gewacht in San Francisco.
En dan gaat er boven haar hoofd opeens een lampje branden … ze kijkt naar m’n ticket, ze kijkt naar m’n naam, en duikt een donker hok in.
Ik probeer te zien wat ze daar doet, het zal toch niet waar zijn, dat is toch niet mogelijk …
‘Wat voor adres moet er op de labels staan?’ roept ze … en even later komt ze het hok uit met m’n geliefde koffer.
Ik kan het nog steeds niet geloven, ik had al afscheid genomen van m’n kadootjes, van m’n mooie jas, en ik ben te verward en blij om te vragen hoe lang het ding daar al staat en ‘wat zijn jullie voor een minkukels, hadden jullie niet even kunnen bellen, m’n nummer staat er op, en m’n dochter heeft tien keer het hele land afgebeld en werd steeds met een kluitje in het riet gestuurd, en nu staat ie hier, stelletje nitwits, ik ga nooit meer met de Greyhound’.
Nee, dat zeg ik allemaal niet, dat komt later bij me op, nu ga ik braaf in de rij staan, want misschien kan ik toch nog met de bus mee naar San Francisco.
En het kan. Ik straal en bedank de chauffeur, en bedank de vrouw en zeg dat ik zo blij ben.
Er kan bij haar geen lachje af.
Stom mens, ik houd niet van bevroren mensen.
En nu ben ik hier, in San Francisco. Veel heb ik nog niet kunnen zien, want ik ben nog weinig waard, bovendien kan ik bijna niet lopen vanwege een ‘hielspoor’ in m’n rechtervoet.
Dat is een ander verhaal, en een ‘challenge’ zouden ze hier zeggen, in plaats van ‘probleem’.
Maar voorlopig heb ik dit uitzicht en zit ik in hetzelfde gebouw als F&P, en heeft F’s soepje van gisteravond weer een beetje normaal mens van me gemaakt.
De zon schijnt.
Reacties