Spanjolen


Ik ben aan het oefenen in rechtdoor lopen. Op straat wel te verstaan. Dat doe ik om me aan te passen. Want hier in Barcelona loopt op de stoep iederéén in een rechte lijn, behalve ik. Ik ben altijd degeen die bij tegenliggers al 4 meter van tevoren uitwijkt zodat er geen botsing plaatsvindt. In Nederland gebeurt het ook wel dat de anderen niet uitwijken, maar in Barcelona weten ze helemaal niet wat plaatsmaken voor een ander is. Als je niet oppast, lopen ze dwars door je heen.
Inmiddels weet ik hoe ik het aan moet pakken: gewoon niet kijken. Als je kijkt, ben je verloren, want dan erken je het bestaan van de ander, en dat is het begin van het einde. Nee, je moet gewoon weten waar je naar toe gaat, en dan vervolgens druk bezig zijn, met naar rechts of naar links kijken, beslist niet vooruit. En vooral niet vergeten dat je récht hebt op dat stuk stoep.
Ik moet zeggen, ik krijg de smaak te pakken.

Nou ben ik op straat tegelijkertijd aan het oefenen met het lopen in bochtjes. Bochtjes om de spuugkwatsen heen. Want die liggen overal. Om je heen hoor je ze ook geproduceerd worden en dat maakt ze extra smerig. Ze komen van heel diep en heel ver, hebben moeite om omhoog te komen, vinden allerlei obstakels op hun tocht, en moeten echt geholpen worden om de weg naar buiten te vinden. Sommige mannen lijken er een wellustig soort plezier in te hebben het gerochel te produceren en geeneen lijkt er zich voor te schamen.

Jullie merken wel, ik vind in Barcelona echt niet alles en iedereen maar leuk. Ook Spanjaarden kunnen irritant en onhebbelijk zijn. Maar bij mij heeft ergernis inmiddels plaats gemaakt voor verbazing.

Dialoog bij de viskraam op een overdekte markt.
Onder de toonbank staan over de hele lengte van de kraam bakken met vis, onder water. Ik heb er wat gekocht, loop weg, merk dat m’n tas aan de onderkant helemaal nat is en loop weer terug.

Ik: Mijn tas is drijfnat, hij heeft in het water van uw bak gehangen.
Zij: Ojee.
Ik: Heeft u misschien een doekje om hem te drogen?
(Ik droog de boel, de tas is van binnen ook nat.)
Ik: Ik zie nu pas dat de bakken met water open zijn.
Zij: Ja, en het water weerspiegelt, hè, dan denk je dat er glas op ligt.
Ik: Ja, dat dacht ik ook.
Zij: Ja, dat overkomt veel klanten, ha ha.
Ik: Nou, als het zoveel mensen overkomt, moet er misschien iets aan gedaan worden.
Zij: Ja, dat zou wel goed zijn.
Ik: Jullie zouden er bijvoorbeeld plastic overheen kunnen doen.
Zij: Oh, u bedoelt dat WIJ er iets aan zouden moeten doen?!
En ze giert van het lachen.

Reacties

Anoniem zei…
Bonita España, ¿eh?

Populaire posts van deze blog

Uruguayo

Poep

De Kus